Opinieartikel Europarlementslid Bert-Jan Ruissen (SGP) in dagblad Trouw donderdag 17 augustus
Tien jaar geleden beloofde de EU werk te maken van godsdienstvrijheid. Maar sindsdien blijft het te stil. Tijd voor actie.
Een belangrijk document vierde onlangs zijn tiende verjaardag: "de EU-richtsnoeren ter bevordering van de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging". Het was bedoeld om het buitenlands beleid van de EU te richten op "de bevordering en bescherming van de vrijheid van godsdienst". De EU zou vastberaden schendingen van dit recht helpen voorkomen en aanpakken.
Ondanks dat het tien jaar oud is, is de kans groot dat u er nog nooit van heeft gehoord. Dat ligt niet aan u of aan de media. Mijn indruk is dat de EU-instellingen de aanvankelijk sterke toezeggingen stilletjes terzijde hebben geschoven. De Duitse schrijver Hans Magnus Enzensberger noemde dat “Gratismut”: opscheppen in politieke kringen, maar vaag blijven zodra concrete actie nodig is.
Prioriteit
Vrijheid van godsdienst lijkt de afgelopen jaren allesbehalve een EU-prioriteit te zijn geweest. Dit ondanks dat het recht is verankerd in alle belangrijke mensenrechtenverdragen, waaronder het eigen handvest van de grondrechten van de EU.
Veelzeggend is dat de richtlijnen zelf oproepen tot een evaluatie drie jaar na de goedkeuring ervan. Maar tien jaar later is er nog geen begin van een rapport uitgebracht. Erger nog: het kostte de Europese Commissie bijna drie jaar om de vacature van speciale EU-gezant voor de bevordering van de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging te vervullen. De EU-instellingen hebben ogenschijnlijk amper interesse in het EU-verdragsartikel 17, dat een dialoog van de EU voorschrijft met kerken, religieuze verenigingen of gemeenschappen, levensbeschouwelijke en niet-confessionele organisaties.
Aan de kaak gesteld
De tiende verjaardag van de EU-richtsnoeren zou grotendeels onopgemerkt zijn gebleven als ik niet namens SGP een plenair debat had aangevraagd in het Europees Parlement. Samen met gewaardeerde collega’s kritiseerden we vorige maand in juli de schijnbare minachting van de Europese Commissie voor de eigen richtlijnen voor godsdienstvrijheid. We riepen de Commissie op tot meer concrete actie.
Want de stilte in Brussel over dit grondrecht staat in schril contrast met de noodkreten over veelvuldige schendingen in de hele wereld.
Kijk naar de Indiase deelstaat Manipur: ruim 250 kerken zijn verwoest en veel christenen zijn aangevallen en verdreven. Alleen al in Nigeria werden vorig jaar gemiddeld 13 christenen per dag vermoord. In landen als Irak, Iran, Syrië of Pakistan zijn wetten om te voorkomen dat iemand een ander geloof aanhangt dan de meerderheidsreligie van het land.
Wereldwijd zijn christenen de grootste groep geloofsvervolgden, maar zeker niet de enige groep. Ik denk bijvoorbeeld aan de Oeigoeren. Meerdere malen heb ik aandacht gevraagd voor het lot van deze moslimmeerderheid in China, waarvan naar schatting 1 miljoen personen zijn opgesloten in heropvoedingskampen. Een ander aandachtspunt is de situatie van de islamitische zanger Yahaya Sharif Aminu. Deze zanger is door een shariarechtbank in Nigeria ter dood veroordeeld wegens een vermeend blasfemisch lied. Zijn deze slachtoffers van geen of weinig belang voor de EU?
Concrete acties
Tijdens het debat in het Europees Parlement bevestigde EU-commissaris Věra Jourová (Waarden en Transparantie) dat "de tenuitvoerlegging van deze richtsnoeren voor vrijheid van godsdienst en levensovertuiging een prioriteit blijft van de EU".
Het is te hopen dat de EU de mooie woorden deze keer wèl laat volgen door concrete acties. Een goed begin zou zijn om de speciale EU-gezant voor geloofsvrijheid te voorzien van extra personeel en middelen, zodat die zijn werk goed kan doen. En een Europese dag voor de bevordering van religie of levensovertuiging aan te wijzen. We kijken ook uit naar het eerste implementatierapport over de richtlijnen.
Ik hoop en bid dat de EU als groot economisch machtsblok ook een verschil mag gaan maken voor de vele gelovigen die worden verdrukt of dreigen te worden vermoord. Voor sommigen komt het te laat. Maar de huidige slachtoffers rekenen erop!