(Praktijkgericht) onderzoek en wetenschap

Door onderzoek en wetenschap krijgen we telkens nieuwe inzichten in de wonderlijke schepping waarin we leven, ondanks alle gebrokenheid die erbij gekomen is. Dat onderzoek is een bron van verwondering, maar het leidt ook vaak tot praktische toepassingen waar iedereen zijn of haar voordeel mee kan doen, of dat nu is in de zorg, op de werkvloer van bedrijven of gewoon thuis. Het is belangrijk dat de overheid oog heeft voor de vele verschillende vormen van onderzoek.

De afgelopen jaren is veel aandacht uitgegaan naar onderzoek dat gedreven wordt door economische of maatschappelijke prikkels. De aandacht voor (inter)nationale en politiek ingegeven onderzoeksagenda’s kan echter al snel tot eenzijdigheid en blikvernauwing leiden waardoor onderzoek dat te weinig rendement op lijkt te leveren in de knel komt.

Onderzoek dat vrij en onafhankelijk uitgevoerd wordt, verdient daarom meer aandacht. Het is ook de taak van de overheid om de verbinding tussen onderwijs en onderzoek voldoende te faciliteren en de relatie met het bedrijfsleven niet te vergeten. Dat gebeurt aan hogescholen en universiteiten ieder op eigen wijze. Het uitgangspunt moet niet zijn concurrentie, maar wederzijdse versterking. Daarbij benutten we bijvoorbeeld de kracht van het hoger onderwijs in praktijkgericht onderzoek en de relaties met het midden- en kleinbedrijf.

Concreet:

  1. Het budget van de eerste geldstroom, de directe overheidsbekostiging van instellingen, moet worden verhoogd. 
  2. Ook in de bekostiging van instellingen moeten onderwijs en onderzoek in samenhang bezien worden, waarbij de ontwikkeling van het aantal studenten per saldo meer aandacht verdient. 
  3. Het aandeel strategisch en vrij onderzoek bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) dient gelijk te zijn. 
  4. Het vereiste dat instellingen bij het verkrijgen van onderzoekssubsidies geld moeten bijleggen (matching), moet beperkt worden. Universiteiten moeten in samenwerking met het NWO afstemmen hoe het aandeel niet-gehonoreerde aanvragen kan worden beperkt, mede om tijdsverspilling te voorkomen. 
  5. Het aantal onderzoeksagenda’s en subsidieprogramma’s kan stukken overzichtelijker. De onderlinge samenhang, ook tussen hoger beroepsonderwijs en universiteiten, is gebrekkig en moet dus beter. 
  6. Er moet meer financiële ondersteuning komen voor opleidingen en onderzoek in de geesteswetenschappen omdat daarvoor minder beurzen en fondsen beschikbaar zijn. 
  7. De geesteswetenschappen verdienen een extra financiële impuls en een volwaardiger aandeel in de toekenning van beurzen.
  8. De positie en bekostiging van de seminaria moet wettelijk worden verankerd. 
  9. Nederland stimuleert de uitbreiding van vrij toegankelijke wetenschapsresultaten (‘open acces’) en sluit daarbij zoveel mogelijk aan bij de praktijk in andere landen.


Terug naar overzicht

Lid worden

Dankzij zo'n 30.000 SGP-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, een vuist maken in de politiek. Wil jij hier ook aan bijdragen?

Doneren

Is een lidmaatschap niet wat je zoekt, of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.

Werk mee

Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.