Landbouw

Zonder boeren en tuinders geen eten, zo eenvoudig is het. De vruchtbare Nederlandse delta levert al vanaf het ontstaan van ons land een belangrijke bijdrage aan de voedselvoorziening, niet alleen voor onszelf, maar ook elders. Land- en tuinbouw en alle bedrijvigheid daaromheen dragen bovendien bij aan de leefbaarheid van het landelijk gebied, inclusief de zorg voor het landschap.

Boeren en tuinders komen in de knel, onder meer door een stapeling van allerlei regels en eisen die totaal niet aansluiten bij de dagelijkse praktijk op het erf. Geen wonder dat het gevoel is ontstaan: ‘ze’ willen ons weg hebben.

Wat nodig is, is werkbaar toekomstperspectief voor de duizenden gezinsbedrijven in deze sector. Overheden en sector moeten samen optrekken en voor de lange(re) termijn afspraken maken, zodat ondernemers weten waar ze aan toe zijn. Daarbij moet werk gemaakt worden van een ecologisch en economisch duurzaam verdienmodel, behoud van goede landbouwgronden, bodemvruchtbaarheid en voldoende zoet water en haalbare verduurzaming.

Rentmeesterschap vraagt om verdere verduurzaming, verlaging van ongewenste verliezen naar het milieu, verhoging van de (agro)biodiversiteit en minder afhankelijkheid van (dure) kunstmest en soja-import. Belangrijke randvoorwaarden om dit te kunnen bereiken zijn:

  • samenwerking tussen boeren, tuinders, overheid en ketenpartijen (zoals in de FoodValley);
  • sturen op basis van doel- in plaats van op middelvoorschriften;
  • een eerlijke prijs voor producten en ecosysteemdiensten, zoals akkerranden en koolstofopslag;
  • meer proefboerderijen;
  • een gebiedsgerichte aanpak op basis van metingen en haalbare normstelling;
  • innovaties als precisielandbouw.

Wie de boer op gaat, zijn oor te luister legt en zijn ogen de kost geeft, wordt enthousiast over de initiatieven en kansen. Vrijwel alle boeren zijn gemotiveerd om op die basis mee te gaan op de ingeslagen weg. Ieder op de eigen manier. Daarom is het zaak om het vakmanschap van boeren en tuinders te benutten en niet te frustreren door bijvoorbeeld kalenderlandbouw, waarbij op grond van door de overheid vastgestelde kalenderdata moet worden geoogst of gezaaid.

Concreet wil de SGP:

  • een fiscale investeringsreserve voor het opvangen van oogstschade door weersextremen en voor investeringen in milieu en dierenwelzijn;
  • veehouders die willen stoppen niet opzadelen met een torenhoge fiscale afrekening die eerder een rem is dan een aanmoediging om te stoppen;
  • een nieuwe derogatie voor vaste mest en kunstmestvervangers;
  • de stikstofaanpak op de schop nemen;
  • dat goede landbouwgronden ruimtelijke bescherming krijgen. Opkoop van landbouwgronden door kapitaalkrachtige partijen buiten de landbouw (zoals Vlaamse ‘havenbaronnen’) moet aan banden gelegd worden;
  • dat er voldoende gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar blijven. Bij de beoordeling van deze middelen moet meer oog zijn voor de mogelijkheden van geïntegreerde gewasbescherming en de beschikbaarheid van alternatieven;
  • genoeg ruimte voor goedwillende jagers, ook om iets te kunnen doen aan het toenemend aantal wolven.

Voor een verdere uitwerking van dit standpunt, zie: Biologische landbouw, Dierenwelzijn, Europees landbouwbeleid, Jonge boeren, Mestbeleid, Stikstof, Tuinbouw en Veehouderij .

Europees landbouwbeleid

Zie Europees landbouwbeleid

Mestbeleid

  • Uitmergeling van de bodem willen we niet. Bedrijven met hoge gewasopbrengsten verdienen meer ruimte om mest uit te rijden.
  • Het nieuwe actieprogramma voor de Nitraatrichtlijn moet meer rekening houden met regionale verschillen: geen problemen maken die er niet zijn. Metingen van de waterkwaliteit gaan daarbij een belangrijke rol spelen.
  • Om extra mest uit te kunnen blijven rijden boven de norm (derogatie), wordt deze mogelijkheid alleen voor grasland geboden, maar dan wel voor álle bedrijven met grasland.
  • Meer organische stof is goed voor bodemvruchtbaarheid en bodemleven. Vaste, stapelbare mest moet (net als compost) een fosfaatvrije voet krijgen en het hele jaar door uitgereden kunnen worden. Ook weide- en akkervogels profiteren daarvan.
  • Gebruiksnormen worden in ieder geval niet aangescherpt.
  • Export van fosfaat naar landen met een fosfaattekort moet niet langer meetellen voor het fosfaatplafond.
  • Het systeem van fosfaatrechten moet zo snel mogelijk op de helling. Daarvoor moet een datum worden vastgesteld. Zolang dat systeem nog bestaat, moeten de melkveehouders meer fosfaatruimte krijgen. Die ruimte is nodig om in ieder geval knelgevallen uit de brand te helpen.
  • De eisen voor grondgebondenheid van melkveebedrijven dienen te worden versoepeld: bedrijven die mest afzetten op andermans grond in ruil voor ruwvoerproductie, moeten deze grond mee kunnen tellen voor het bepalen van de veebezetting.
  • Er dient een tijdelijke regeling te komen waarbij productierechten vanuit de varkenshouderij kunnen worden overgeheveld naar de melkveehouderij. Zo krijgen de melkveehouders meer fosfaatruimte en is warme sanering van varkensbedrijven mogelijk.

Dieren en omgeving

Zie Dierenwelzijn.

Gewasbescherming 

  • Geïntegreerde gewasbescherming, waarbij chemische middelen pas ingezet mogen worden als andere maatregelen onvoldoende werken, werkt goed. Dat moet ook vertaald worden in de regels die gelden voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen.
  • Biologische gewasbeschermingsmiddelen moeten sneller toegelaten worden.
  • Het palet aan gewasbeschermingsmiddelen moet voldoende breed zijn om gewassen, ook de kleine teelten, effectief te kunnen beschermen. Van minder effectieve middelen hebben boeren en tuinders meer nodig. Daar is het milieu niet mee gediend. Dat moeten we dus voorkomen.
  • Als sluitstuk van geïntegreerde gewasbescherming moeten tuinders gewasbeschermingsmiddelen met neonicotinoïden kunnen blijven gebruiken. Zij zijn immers al verplicht om hun afvalwater te zuiveren.
  • Het knutselen met de genen van dieren en het klonen ervan moet verboden blijven.
  • Genetische manipulatie van planten door soortvreemde genen ‘in te bouwen’ dient verboden te worden. Het inbrengen van DNA van een verwant plantenras voor meer ziekteresistentie verdient ruimte.
  • Het aloude kwekersrecht voldoet prima. Bedrijven mogen in geen geval patent krijgen op planteneigenschappen.


Terug naar overzicht

Lid worden

Dankzij zo'n 30.000 SGP-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, een vuist maken in de politiek. Wil jij hier ook aan bijdragen?

Doneren

Is een lidmaatschap niet wat je zoekt, of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.

Werk mee

Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.