Dierenwelzijn

Dieren behoren tot Gods schepping. We mogen ze gebruiken, maar niet misbruiken. Wie een dier alleen maar ziet als een productiemiddel waarmee geld te verdienen is, doet geen recht aan de eigen waarde van het dier. Daarom is de bescherming en het welzijn van dieren een verantwoordelijkheid voor ieder mens, en ook van de overheid.

  • De Wet Dieren moet werkbaar blijven voor de veehouderij. Nieuwe investeringen moeten terugverdiend kunnen worden. Het is van belang dat het Convenant Dierwaardige Veehouderij en dat ketenpartijen hieraan bijdragen.
  • Stalbranden veroorzaken veel dierenleed en zijn een zwarte bladzijde in het boerenleven. De overheid moet ondernemers ondersteunen bij het brandveiliger maken van hun stallen. Boeren moeten door de invoering van verplichte keuringen ervoor zorgen dat hun elektrische installaties op orde zijn. Ook effectieve bestrijding van knaagdieren is nodig omdat die door hun geknaag kortsluiting kunnen veroorzaken.
  • Het Rijk moet de ontwikkeling en toepassing van vernieuwende en brandveilige stalsystemen ondersteunen.
  • Een verbod op ‘megastallen’ klinkt sympathiek. Maar waar de grens getrokken moet worden is arbitrair. En de winst van een verbod op megastallen voor dierenwelzijn en milieu is minimaal. Gezien het huidige verdienmodel hebben veehouders vaak grotere stallen nodig om de investeringen in dierenwelzijn en milieu terug te kunnen verdienen. Dierenwelzijn hangt vooral af van de stalinrichting en het vakmanschap van de veehouder. Er zijn voldoende instrumenten om ongewenste schaalvergroting te verhinderen.
  • Het massaal doden van vee en vernietigen van vlees (om economische redenen) bij uitbraken van dierziekten mag nooit meer voorkomen . Nederland moet zich daarvoor inzetten in Brussel.
  • De veehouderij moet alert zijn op zoönosen, infectieziekten die van dier op mens kunnen overspringen. Dat geldt zowel de intensievere als de extensievere veehouderij.
  • De pluimveehouderij wordt regelmatig geconfronteerd met de vogelgriep, met bijbehorende consequenties voor sector en volksgezondheid. Pluimveebedrijven met uitloop in waterrijke gebieden vormen een risico. Een gerichte aanpak is nodig voor beschermende maatregelen en/of verplaatsing van bedrijven. Ook is inzet op en ruimte voor vaccinatie nodig. 
  • Doelstellingen om het antibioticagebruik verder terug te dringen mogen niet tot meer dierenleed lijden.
  • Het verbod op het kappen van snavels moet teruggedraaid worden. Verenpikken blijkt in de praktijk lastig te voorkomen.
  • Mogelijk dierenleed als gevolg van onbedwelmde slacht moet zoveel mogelijk voorkomen worden door strenge regels en goede controle. Voor ‘koosjere’ slacht moet ruimte zijn en blijven.
  • De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) moet voldoende capaciteit krijgen om onder meer mest- en vleesfraude op te sporen. Met het doorberekenen van keuringstarieven naar de sector moet terughoudend omgegaan worden.
  • Het verbod op hertenkampen moet van tafel.
  • Het aantal proefdieren moet echt omlaag. De veiligheid van mensen mag daar echter niet door in gevaar komen. Daarom moet geïnvesteerd worden in alternatieven en is ook (juridisch) ruimte nodig om die alternatieven toe te passen. Onnodige dierproeven door extreme veiligheidseisen bij het testen van chemische stoffen moeten voorkomen worden. 


Terug naar overzicht

Lid worden

Dankzij zo'n 30.000 SGP-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, een vuist maken in de politiek. Wil jij hier ook aan bijdragen?

Doneren

Is een lidmaatschap niet wat je zoekt, of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.

Werk mee

Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.