20 maart 2024
Nederlandse pedofielen in het buitenland aanpakken
Gisteren besprak de Eerste Kamer een wetswijziging over verkrachtingen en aanrandingen. Nu moet een slachtoffer bewijzen dat er sprake is van dwang. Deze juridische drempel is veel te hoog. Want in zulke aangrijpende, bange situaties heeft ieder persoon een eigen reactie. Sommige mensen bevriezen bijvoorbeeld. In zo’n geval kun je als dader denken: “Ze verzet zich niet, dus ze vindt het oké.”
Met deze wetswijziging hoef je niet meer te bewijzen dat je werd gedwongen. Als duidelijk is dat jij niet wilde, dan is dat voldoende bewijs. Kortom, zonder wederzijds goedvinden voor een seksuele handeling is er sprake van verkrachting of aanranding. Dit betekent niet dat iemand toestemming moet uitspreken. Maar als de dader had kunnen weten dat je niet wilde, dan is hij schuldig. Als de ander bijvoorbeeld bevriest, dan kun je er niet vanuit gaan dat de ander toestemt. Dan moet je dus eerst controleren of de ander wel wil. Wat de SGP betreft een wenselijke wijziging.
Ook digitaal gedrag is nu strafbaar, vooral als er kinderen worden benaderd. Als iemand via het internet seksuele voorstellen doet aan een kind, dan is dat strafbaar. Over kinderen gesproken, helaas gaan sommige Nederlanders naar het buitenland voor “sekstoerisme”. Een pedofiel kan in een ander land doen wat hier niet mag. Dit kan omdat een ander land niet weet dat zo iemand naar hen toe komt. Dit is natuurlijk absurd. Nederland houdt deze mensen in de gaten en wij kunnen prima een signaal geven als wij weten dat een pedofiel naar het buitenland reist.
Verschillende landen hebben verzocht of zo’n signaal kan worden gegeven. Het gaat dan om mensen die eerder zijn gestraft voor een zedendelict, of iemand van wie wij weten dat hij of zij een pedofiel is. Vanwege de privacywetgeving mag Nederland nog geen signaal doorgeven. Bizar toch? Dit betekent dat pedofielen door privacywetgeving worden beschermd terwijl zij kinderen in het buitenland misbruiken. Daarover heeft Peter Schalk vragen gesteld. De minister antwoorde op vragen van Peter Schalk dat de minister de mogelijkheden onderzoekt om te voorkomen dat pedofielen naar het buitenland reizen. Bijvoorbeeld door een uitreisverbod.
Lees hieronder de bijdrage van Peter Schalk.
Wat is het verschrikkelijk als je wordt geraakt in je persoonlijkheid. Dat is al erg als het om de buitenkant gaat, maar zeker ook als het meest intieme dat God je heeft gegeven wordt misbruikt en mishandeld. Want daar gaat het om, als we nadenken over seksuele misdrijven. Want seksualiteit is niet zomaar iets, zoals een karaktertrek, of een lichaamsdeel. Bij seksualiteit gaat het om iets, waarvan ik op grond van de Bijbel geloof dat het is gegeven door God, om te beleven binnen de band van liefde en trouw binnen het huwelijk van een man en een vrouw. Als het goed is vormen zij een twee-eenheid, die zo ver gaat dat er ruimte is voor de vreugde van het beleven van seksualiteit.
Als je er zo naar kijkt, dan is het wel heel schrijnend om het te hebben over seksuele misdrijven. Daarbij is de liefde en de trouw ver te zoeken, want dan is het verworden tot eigenliefde ten koste van de ander. Overigens is het niet vreemd dat de moraal rond seksualiteit losser wordt, als we het in de maatschappij normaal vinden wat de samenleving allemaal openlegt. Zomaar wat voorbeelden:
- Veel reclame is geassocieerd aan seksualiteit en sensualiteit. Als je dat maar vaak genoeg ziet, dan denk je dat dit normaal is en kan dat tot gedragsverandering leiden.
- Allerlei cultuuruitingen, zoals in literatuur en kunst, kunnen de lichamelijkheid en de seksualiteit openleggen, met als gevolg dat de lezer of de kijker denkt dat alles maar normaal is.
- De opvoeding van onze kinderen moet erop gericht zijn dat ze gezonde schaamtegevoelens ontwikkelen, waardoor ze weten wat van hen privé is.
- Weerzinwekkende praktijken, zoals de oproepen van Second love, om naast je geliefde een spannend extra avontuurtje te beleven, dat komt de seksuele moraal niet ten goede.
En zo kan ik wel doorgaan. Moraal van mijn verhaal is dat het niet om het even is op welke wijze we onze samenleving inrichten, en waar we ons aan bloot stellen, letterlijk en figuurlijk!
Ook de overheid kan aan deze problematiek bijdragen. Ik denk bijvoorbeeld aan het legaliseren van prostitutie. Op het moment dat we dat legaal maken, misschien onder bepaalde voorwaarden, moeten we ons niet verbazen als de uitwassen daarvan groot zijn. Daarnaast zijn er allerlei technologische ontwikkelingen die er voor zorgen dat het strafrecht moet worden aangepast, om tegenwicht te bieden tegen de verwording in de samenleving.
De cijfers, te vinden in de Memorie van toelichting, zijn onthutsend: Eind 2020 is geconstateerd dat 1,6 miljoen mensen (16+) in 2020 te maken heeft gehad met seksuele grensoverschrijding. Bij 470.000 mensen ging het om fysiek geweld. Verder hadden 975.000 te maken met niet-fysiek seksueel geweld, zoals intimidatie. 770.000 mensen hadden last van online seksuele intimidatie.
Maar ja, wat moeten al deze mensen hiermee. Uit de jurisprudentie blijkt dat de juridische drempel voor strafbaarheid vaak niet wordt gehaald, omdat door een slachtoffer bewezen moet worden dat de seksuele handelingen niet of nauwelijks te vermijden zijn geweest. Daarvoor is een vorm van verzet nodig, of tenminste een handelingsonvrijheid die de afwezigheid van dat verzet verklaart, zoals dreigingen van geweld. En je moet kunnen bewijzen dat de dader was gericht op de onvrijwilligheid en de onvermijdbaarheid aan de zijde van het slachtoffer. Als de juridische lat voor strafbaarheid zo hoog ligt, dan gaan daders gemakkelijk vrijuit, en zijn slachtoffers dubbel de dupe. Oftewel, het huidige wettelijke kader voldoet niet.
Kortom, redenen genoeg om vandaag met elkaar dit debat aan te gaan, en om zo spoedig mogelijk de voorliggende wet te behandelen, te aanvaarden en te gaan uitvoeren. Maar dit debat moeten we ook aangrijpen om onze taak van reflectie op het wetsvoorstel te benutten. Het gaat immers om rechtmatigheid, uitvoerbarheid en handhaafbaarheid.
Het doel van deze wet is dus om te komen tot nieuwe en verbeterde normering en strafbaarstelling van (nieuwe vormen van) grensoverschrijdend gedrag. Dat werkt twee kanten op: ten aanzien van de slachtoffers zou er meer genoegdoening ontstaan ondanks alle leed en blijvende schade die niet te herstellen is. Maar ten aanzien van de daders moet deze wet een legitimatie zijn om diep in te grijpen, ook in het persoonlijk leven van deze plegers van zedendelicten.
Hier heb ik wel een vraag over:
- Hoe voorkomen we dat plegers van zedendelicten elders doorgaan met hun verwerpelijke gedrag?
- Wat zijn de mogelijkheden van de minister om bijvoorbeeld te voorkomen dat iemand het land uitreist en daar ongehinderd zijn gang gaat?
- Klopt het dat bijvoorbeeld een pedofiel die gestraft is voor zijn gedrag, rustig kan uitreizen naar andere landen, zonder dat daar een waarschuwing naar toe gaat?
Ik vraag dit omdat we onlangs een ambassadeursdag hadden, waarbij ik aan tafel zat met de ambassadeur van de Filippijnen. Zij vertelde van de ellende die zich afspeelt in gebieden waar de mensen zo arm zijn dat ze hun kinderen laten misbruiken. Te erg voor woorden, maar het gebeurt. En dan zijn deze kinderen willoze slachtoffers van gewetenloze zedendelinquenten die in NL gestraft zijn. Maar zij meldde dat de politie er daar niets aan kan doen, omdat de privacyregels, onze AVG, beperkingen zou opleggen, zodat men daar niet weet dat er zo iemand aankomt. Dit moeten we toch aanpakken!
- Welke maatregelen kan de regering nemen om dit doorgeslagen AVG-denken te doorbreken?
Deze wet gaat van twee delicten, aanranding en verkrachting, naar een ruimer scala met nadere aanduidingen, zoals schuldaanranding, opzetaanranding, gekwalificeerde opzetaanranding, schuldverkrachting, opzetverkrachting en gekwalificeerde opzetverkrachting. In de oude bepalingen gaat het om strafbaarheid door het ‘doorbreken van de wil’, en dat wordt nu veranderd naar het ‘ontbreken van de wil’.
Dit geeft aan dat seksuele handelingen alleen mogen plaatsvinden als het vrijwillig en gelijkwaardig is. Vz, aan het begin van mijn betoog heb ik al duidelijk gemaakt dat seksualiteit daarnaast ook ingebed moet zijn in een stabiele huwelijksrelatie tussen en man en een vrouw. Met andere woorden: ik vind dat er nog wel meer normen ten grondslag moeten liggen aan het hebben van seks met elkaar.
Terug naar deze norm van vrijwillig en gelijkwaardig. Het is eigenlijk heel simpel: nee = nee, blijf van me af = blijf van me af. En als je iemand te grazen wilt nemen die helemaal van de kaart raakt, dan weet je voortaan dat je voor de wet strafbaar bent! Dat geldt zelfs voor seksuele handelingen die je op jezelf richt in het bijzin van een ander die dat kennelijk niet wil. Heel goed dat dit ook geldt als het op afstand is.
- Mag ik daaronder verstaan dat misbruik via webcam, telefoon etc, hier ook onder valt?
Het seksueel misbruik van kinderen, zowel fysiek als online, wordt strafbaargesteld in drie leeftijdscategorieën, namelijk 16 tot 18, 12 tot 16, en jonger dan 12. Het óntbreken van de wil’ vormt daar overigens geen vereiste voor strafbaarstelling. Het is gewoon altijd strafbaar. Kinderen beneden de leeftijd van 16 jaar worden gelet op hun leeftijd onvoldoende is staat geacht om hun lichamelijke en seksuele intergiteit zelf te bewaken en de reikwijdte van hun gedrag te overzien.
Mijn fractie vraagt zich af waarom hier niet de leeftijd van 18 jaar is gehanteerd. Dat is toch veel overzichtelijker in het gehele strafrecht? Het is toch raar dat je geen biertje mag kopen omdat je 17 jaar bent, maar voor seksuele gedragingen wordt je ineens als volwaardig aangezien. En dat terwijl we anderzijds weer bepaald hebben dat een jongere niet mag trouwen onder de 18 jaar.
- Waarom deze keuze?
- Is de minister bereid om in opvolgende wetswijzigingen dit aspect opnieuw te wegen?
Problematisch is dat de wetgever wel ruimte laat voor zogenaamd experimenteergedrag tussen jongeren. Er wordt zelfs een wettelijke strafuitsluitingsgrond gecreëerd voor seksueel contact in een gelijkwaardige situatie tussen leeftijdsgenoten vanaf de leeftijd van 12 jaar.
- Wat is dan gelijkwaardig ten opzichte van een 12-jarig jochie? Dat meisje van 13, 14, 15?
- Of wat moet dat meisje van 14 dat in het zwembad betast wordt door die knul van 16 die even met haar zat te kletsen?
- Waarom een strafuitsluitingsgrond?
De kinderpornografie is te walgelijk voor woorden. Ik heb het al gehad over pedofilie. Deze wet voegt aan de huidige delicten grooming en seksueel corrumperen nog sexchatting toe. En het wordt techniekonafhankelijker gemaakt. Het kan niet duidelijk genoeg gemaakt worden: van kinderen blijf je af!
De wetgever schroomt niet om ook seksuele intimidatie, zowel fysiek als (non)verbaal strafbaar te stellen. En wel, omdat dit wangedrag op grote schaal voorkomt. Deze constatering is duidelijk, maar ik mis nog de diepere lagen.
- Hoe komt het toch dat dit wangedrag zo manifest is in onze maatschappij?
- Zijn er leerpunten uit wat we allemaal wel of niet toestaan?
- Dweilen we verder met de kraan open, of heeft de minister ook plannen om de samenleving op andere gedachten, beter nog, op andere woorden en daden te brengen?
Nog een andere vraag is of het bij straatintimidatie alleen moet gaan om seksuele intimidatie. Helaas gebeurt dit ook op andere terreinen, zoals huidskleur, ras, godsdienst, of gewoon omdat iemand vindt dat iemand hem hindert in het wegverkeer.
Terug naar seksuele misdrijven. De fractie van de SGP meent dat de bittere werkelijkheid van seksuele misdrijven roepen om een tegenhanger, en wel in de seksuele moraal. Een seksuele moraal die zijn oorsprong vindt in een levensbeschouwing. Wat mij betreft is die gegrond op de Bijbel als richtinggevend boek, waarin het ook gaat over rein en heilig leven.
Misschien mag ik een belijdenisgeschrift citeren, dat antwoord geeft op de vraag wat God eigenlijk verbiedt als het gaat over het 7e gebod van de Tien Geboden, namelijk Gij zult niet echtbreken. De bekende Heidelbergse Catechismus geeft een prachtig antwoord: Omdat ons lichaam en ziel tempelen zijn van de Heilige Geest, zo wil God dat wij ze beide zuiver en heilig bewaren; daarom verbiedt God alle onkuise daden, gebaren, woorden, gedachten, lusten, en wat de mens daartoe strekken kan. Dat was de taal van 1563, voorzitter, en het is een tekst die in de Wet seksuele misdrijven niet zou misstaan.
Ik zie uit naar de reactie van de minister.