21 maart 2017

Gemeenschap van goederen wordt te veel uitgekleed


De wijze Salomo spreekt over de grote waarde van een deugdelijke echtgenote, niet over een deugdelijke administratie. SGP-senator Diederik van Dijk is kritisch over het voorstel waarmee de wettelijke gemeenschap van goederen wordt uitgekleed. Het kent te veel reserve en achterdocht. Het grijpt teveel vooruit op de mogelijkheid om het huwelijk weer zonder kleerscheuren te kunnen ontbinden. Het wetsvoorstel kent te weinig keuzevrijheid en te veel ideologische drammerij.

Bonnetjes
Je ziet het al helemaal voor je, daar in het gemeentehuis. De trouwambtenaar heeft het aanstaande, jonge stelletje een aantal warme woorden en lieve wensen toegevoegd. Zeer inlevend en charmant. De bruid pinkt een traantje weg.

Maar nu steekt de ambtenaar haar vinger waarschuwend op. Indringend kijkt ze het aanstaande echtpaar één voor één aan en zegt: "Belooft u ook plechtig de bonnetjes zorgvuldig te bewaren? En belooft u tevens, in voor- en in tegenspoed, een back-up te maken van uw financiële administratie? Denk erom: Niet alleen ministers struikelen over bonnetjes. Vertrouwen is goed, maar een nauwkeurige administratie is beter."

Salomo
Een huwelijk aangaan, is een daad van vertrouwen en als je er te weinig vertrouwen in hebt, kun je er maar beter niet aan beginnen. De wijze Salomo spreekt over de grote waarde van een deugdelijke echtgenote, niet over een deugdelijke administratie.

De SGP is niet enthousiast over het voorliggende voorstel. Het kent teveel reserve en achterdocht. Het grijpt teveel vooruit op de mogelijkheid om het huwelijk weer zonder kleerscheuren te kunnen ontbinden.

De Eerste Kamer heeft een aantal deskundigen gesproken over dit wetsvoorstel. Zoals dat gaat met deskundigen, komt daaruit niet één allesbepalend beeld naar voren. Maar wel werden een aantal zaken vrij stevig en kritisch naar voren gebracht.

In de eerste plaats wordt geconstateerd dat het huidige basisstelsel voor het overgrote deel van de bevolking over het algemeen prima voldoet. Over de verdeling van een ontbonden huwelijksgemeenschap wordt niet vaak geprocedeerd. Waarover wel wordt geprocedeerd - en dan heb ik het over de bestaande regeling voor huwelijkse voorwaarden - is de vraag aan wie een bepaald vermogensbestanddeel moeten toebedeeld en wat de waarde daarvan is. Vandaar mijn vraag: Welk probleem lossen we met dit wetsvoorstel nu precies op?

En zadelen we nu niet heel veel mensen op met extra kosten die gewoon willen vasthouden aan het bestaande systeem van de wettelijke gemeenschap van goederen? Zonder twijfel zal dit wetsvoorstel notarissen veel extra werk opleveren, maar het is wat de SGP betreft zeer de vraag of wij daaraan moeten meewerken.

Daarnaast wordt er nu een stelsel opgetuigd dat een aantal zeer complexe consequenties kent. Het voorgestelde systeem kent veel trekken van een beperkte gemeenschap van vruchten en inkomsten. Kenmerkend hiervoor is dat geldstromen eigendomsverhoudingen gaan bepalen. Door juristen is ervoor gewaarschuwd dat dit feitelijk nauwelijks afwikkelbaar is. Die geldstromen lopen tijdens een huwelijk immers dwars door elkaar heen.

Er zal straks sprake zijn van drie vermogens: privé van de man, privé van de vrouw en gemeenschappelijk vermogen. Tijdens een huwelijk gaan deze vermogens van de ene naar de andere kant en weer terug, zonder dat hier diep over word nagedacht.
Je koopt onder meer een auto en vrijwel niemand maakt zich er druk om wat hij of zij er nu precies aan bijdraagt. Dat is in een goed huwelijk ook geen enkel probleem, maar natuurlijk wel als er een echtscheiding opdoemt of als er een erfenis verdeeld moet worden. Dan kom je terecht in nachtmerrie-achtige discussies, zeker als er bijvoorbeeld sprake is geweest van een huwelijk van dertig jaar of zo.

Zowel bij een echtscheiding als bij een erfenis zal naderhand moeten worden vastgesteld wat nu het vermogen van de een en wat nu het vermogen van de ander was. En dit geldt ook voor schulden. Er zal immers sprake zijn van gemeenschapsschuld, een privéschuld van de man en een privéschuld van de vrouw.

Voorzien de indieners hier geen enorme problemen? En stel je nu eens voor dat de man wel een administratie heeft bijgehouden, maar de vrouw niet? Heeft zij dan niet het nakijken? Dit lijkt mij niet denkbeeldig.

En om te voorkomen dat mij wordt verweten een SGP-bril op te hebben: Ik ken genoeg echtparen waarbij de vrouw de complete financiële administratie bijhoudt en de man hier geen enkele feeling mee heeft. Dan geldt de ongelijke situatie eveneens.

Hoe vaak zal een administratie zo grondig worden bijgehouden dat echtelieden exact kunnen aantonen wat van wie is en hoe dat gefinancierd is? Ik vermoed dat dit zelden het geval zal zijn. In veel gevallen zal dan toch weer worden teruggevallen op de algehele gemeenschap van goederen. Dat is nu bij huwelijkse voorwaarden ook vaak zo. Wat is dan de winst van dit voorstel?

Gaan we bovendien nu geen systeem optuigen waarvoor feitelijk maar heel weinig mensen kiezen die kiezen voor huwelijkse voorwaarden? Dat is toch onlogisch? Een basisstelsel sluit toch aan bij wat gebruikelijk is en bij wat historisch is gegroeid? En zijn de verschillen bij huwelijkse voorwaarden in de huidige context niet zó groot dat er eigenlijk geen grootste gemene deler uit te halen is?

En waarom hebben de indieners geweigerd om een keuzestelsel in de wet op te nemen, zodat echtparen in ieder geval kunnen kiezen voor het stelsel dat onder het huidige recht het meest gangbaar is - namelijk één gemeenschappelijk vermogen - zonder daarvoor een notaris in te schakelen?

Juist bij zoiets persoonlijks als de onderlinge verhoudingen tussen man en vrouw lijkt keuzevrijheid mij een deugd die de indieners hoog in het vaandel zouden moeten voeren.
De indieners maken een ideologische keuze, terwijl het in de rede ligt een systeem te ontwerpen dat juist keuzevrijheid biedt. Waarom deze onliberale drammerij? Hoe kijkt ook de minister hier tegenaan?

Daarnaast vraag ik de indieners nader te reflecteren op mogelijke fiscale problemen. De huidige wettelijke gemeenschap van goederen is mede daarom populair omdat er dan sprake is van minder erfbelasting. Lokt dit wetsvoorstel niet uit dat veel mensen vermogen fiscaal zullen wegwerken door te betogen dat er helemaal geen sprake was van privévermogen? Zijn de fiscale consequenties van dit wetsvoorstel voldoende doordacht? Deze vraag leg ik ook graag neer bij de minister.

De indieners hebben veel energie in dit wetsvoorstel gestopt. Ik zou dat graag positief willen benaderen, maar de inhoud van het voorstel maakt mij dat niet mogelijk. Met belangstelling zie ik echter uit naar de antwoorden op mijn vragen.

Dank u wel.