23 mei 2017
Bijdrage Eerste Kamerfractie aan debat over Oekraïne-verdrag
SGP-senator Diederik van Dijk onderkent dat er meerdere zwaarwegende geopolitieke argumenten zijn om het associatieakkoord met Oekraïne te steunen. Tegelijkertijd kan het negeren van de ‘nee-stem’ tijdens het gehouden referendum het noodzakelijke draagvlak voor Europese samenwerking op gevaarlijke wijze ondermijnen. Lees hier de volledige bijdrage van Diederik van Dijk tijdens het debat over het Oekraïne-verdrag op 23 mei 2017:
Het debat over het Oekraïne-verdrag lijkt op borsjt. Die bekende Russische soep, afkomstig uit Oekraïne. Kenmerkend voor die soep is het grote aantal stevige ingrediënten, met veel zout en peper. Zo ook dit debat: geopolitieke ingrediënten, een scheut Brussel, het hartige tsarisme van Poetin en een pikant referendum. Genoeg ingrediënten voor een ingewikkelde, doch voedzame maaltijd.
Brugfunctie
Een goede buur is beter dan een verre vriend. Dit geldt zeker in geopolitiek opzicht. Een terrein waar aanstekelijk idealisme altijd weer getemperd moet worden door nuchter realisme. Vanuit die optiek is het begrijpelijk dat de EU streeft naar het verdiepen van de samenwerking met de oostelijke buurlanden, met als doel een bijdrage te leveren aan stabiliteit en voorspelbaarheid in die regio. Gelet op alle brandhaarden waarmee Europa te kampen heeft, is dit geen overbodige luxe, maar welbegrepen eigenbelang.
Ook Oekraïne behoort terecht tot één van die buurlanden waarmee samenwerking wordt gezocht. Ondertussen luistert het nauw. Oekraïne is geen Zwitserland. Oekraïne vormt een precair overgangsgebied tussen het Westen en Rusland. Daarbij geldt dat Oekraïne vanouds behoort tot de Russische invloedssfeer, tot de Russische veiligheidsgordel. Daarmee zal het Westen - voor de lieve vrede - moeten rekenen.
Het getuigt daarom niet van wijsheid om Oekraïne in militair opzicht in het westerse kamp te trekken of om Oekraïne lid te maken van de EU. Dat zijn onnodige provocaties van Rusland en niet in het belang van de EU of van Oekraïne zelf. Oekraïne is immers zelf een verdeeld huis. Een deel oriënteert zich sterk op het westen, een ander deel oriënteert zich op Rusland.
Van groot belang is juist dat Oekraïne een brugfunctie kan vervullen tussen oost en west. Ik spreek bewust van een brugfunctie, geen bufferzone. Die laatste term vind ik niet zo gepast. Alsof Oekraïne slechts nuttig is om de eerste klappen op te vangen. Juist in het licht van wat dit gebied de laatste eeuw vanuit zowel het westen als vanuit het oosten aan vernietiging over zich heen heeft gekregen, is dit een ongelukkige term.
Oekraïne moet een brugfunctie kunnen vervullen en in staat worden gesteld om zowel met het Westen als met Rusland stabiele verhoudingen op te bouwen. Deelt de regering deze insteek en is Nederland bereid om dit via de EU actief te bevorderen? Uiteindelijk zal dit Oekraïne, de EU en Rusland het meeste comfort bieden.
Géén EU- of NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne derhalve, maar wel goede betrekkingen. Werken aan een stabiele relatie, zónder bij elkaar in te trekken. Hoe doe je dat? Dat regel je via een samenwerkingsverdrag, een associatieovereenkomst, zoals die op tafel ligt. Een verdrag dat primair economisch van aard is, maar daarnaast poogt een werkbare vormgeving van de verhouding tussen de EU en Oekraïne te bieden. Een meerderheid van het parlement, inclusief SGP, heeft deze inhoudelijke route gesteund.
Referendum
Wat zou het weldadig zijn om hier een punt te zetten. Helaas is dat niet mogelijk, want er volgde een referendum. Een referendum over niet alleen een lastig geopolitiek thema, maar ook nog over een verdrag dat niet uitsluitend door Nederland, maar door de gehele EU wordt gesloten. De burger moest ja of nee zeggen ten aanzien van internationale afspraken die deels binnen en deels buiten de Nederlandse bevoegdheid liggen.
Een raadgevend referendum is in de context van een representatieve democratie al een onding, maar in een dergelijke internationaalrechtelijke constellatie grenst het aan verstandsverbijstering.
Het verloop van het referendum heeft dit ook laten zien. Het referendum bleek gemakkelijk te beïnvloeden door volksmenners, die de kwestie Oekraïne slechts gebruikten voor hun eigen politieke agenda.
De belastingbetaler mocht ondertussen opdraaien voor bedrukte wc-rollen. Tjonge, wat hééft dit referendum de politiek dicht bij de burger gebracht!
Gelukkig lijkt er thans een kentering op te treden in het denken over referenda. De omgang van D66 met haar kroonjuwelen biedt in ieder geval hoop voor de formatiebesprekingen.
Daarnaast is ten onrechte gesuggereerd en rondgebazuind dat het verdrag een opstap is naar het EU-lidmaatschap, een collectieve veiligheidsgarantie zou bieden, etc. Het is goed dat het kabinet middels een juridisch verbindende interpretatie van het verdrag hierover duidelijkheid heeft geschapen.
De uitslag van het referendum moet serieus worden genomen. Tegelijkertijd staat buiten kijf dat het gehouden referendum het parlement niet ontslaat van de constitutionele verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit. Er is geen sprake van een bindend, maar van een raadgevend referendum. Het zou inconstitutioneel zijn om van het referendum feitelijk een beslissend referendum te maken. Ook de Eerste Kamer is gehouden tot een eigenstandige, inhoudelijke afweging.
Op zich kan de SGP het sluiten van de associatieovereenkomst met Oekraïne billijken juist als alternatief voor een EU-lidmaatschap. Niet-ratificeren betekent daarentegen het in de kaart spelen van de machtsaspiraties van Poetin. Het etaleert verdeeldheid binnen de EU en bevordert daarmee de brute Russische inmenging in Oekraïne. Je hoeft geen eurofiel te zijn om dit te willen voorkomen.
Bovendien noem ik de belangen van de Oekraïners zelf. Oekraïne heeft als soevereine staat zelf gekozen voor dit verdrag. Het verdrag doet aanzetten tot het versterken van de democratische rechtstaat, versteviging van de justitiële sector en het tegengaan van corruptie. Dat is het legitieme perspectief waarop veel Oekraïners hopen.
Ik noem hierbij ook het indringende pleidooi wat vertegenwoordigers van religieuze minderheden in Oekraïne in de Eerste Kamer hebben gevoerd. Hun belangen wegen voor de SGP mee. Wil de minister aanduiden op welke wijze hij het verdrag concreet kan benutten om de positie van Joodse, christelijke en andere religieuze minderheden te verbeteren?
Europeanisering
Eén ding zit de SGP ontzettend dwars en geeft mij als woordvoerder onbehagen en ongemak. Met het alsnog ratificeren van het verdrag bevordert het kabinet de gedachte van velen dat de Europese trein hoe dan ook doordendert, wat de samenleving daartegen ook uitspreekt. Ondermijnt het negeren van de ‘nee-stem’, zoals een deel van de samenleving dat beleeft, niet op gevaarlijke wijze het draagvlak voor Europese samenwerking? Temeer daar dit akkoord een vrij ambitieus karakter kent en wordt gelardeerd met de bekende Brusselse retoriek. Had het de EU niet gesierd als zij méér terughoudendheid had betracht jegens ‘brugland’ Oekraïne?
Het moet mij van het hart dat elkaar opvolgende kabinetten veel aanleiding hebben gegeven voor de breed verspreide scepsis over de EU door steeds weer in te stemmen met verdere overdracht van nationale bevoegdheden.
Ook verwijs ik naar de negatieve opstelling van het kabinet jegens het initiatief-wetsvoorstel-Van der Staaij - in deze Kamer aangehouden - dat tweederde meerderheid vereist bij de overdracht van bevoegdheden naar de EU, maar ook bij de toetreding van nieuwe lidstaten, zoals Oekraïne of Turkije.
Zou het kabinet niet veel sterker hebben gestaan in alle ophef rond het Oekraïne-referendum als zij een constructieve opstelling had betoond ten opzichte van dit initiatief? Had het niet enorm geholpen - in reactie op de zorg over een mogelijk EU-lidmaatschap van Oekraïne - als de regering had kunnen zeggen dat daarvoor tenminste tweederde meerderheid noodzakelijk is?
Wat doet de regering nu concreet om aan de terechte zorg over een voortschrijdende europeanisering tegemoet te komen? Welke plannen heeft de premier om de Brexit aan te grijpen voor een forse reorganisatie en afslanking van het EU-gebouw?
Bij het spreken over ingrijpende, complexe geopolitieke ontwikkelingen – bijvoorbeeld tussen oost en west - ervaar je heel sterk je eigen nietigheid. Ik vind het een zeer ontspannen en vreugdevolle gedachte dat de toestand in de wereld uiteindelijk rust in de vaste hand van God.
Dank u wel.